Pijlstraat
Onderofficierswoningen
In het laatste kwart van de negentiende eeuw waren de vestingwerken gemoderniseerd.Tevens waren er ter plaatse van bastions een aantal bomvrije kazernes gebouwd, zoals Oud Molen, Promers en Oranje. Het aantal aldaar gelegerde dienstplichtige militairen was fors toegenomen. Het beroepskader werd ook uitgebreid. Binnen de vesting waren er onvoldoende kwalitatief goede huizen om deze beroepsmilitairen en hun gezinnen te huisvesten. De vestingbewoners hadden geen of weinig belang bij nieuwbouw. Het was zelfs lonend om een krot af te breken en vervolgens de braakliggende grond te gebruiken als groentetuin.
Het Ministerie van Oorlog
zocht voor haar personeel behoorlijke woningen. Omdat er onvoldoende aanbod was sloot het ministerie
huurcontracten af . Bij nieuwbouw garandeerde men het 25 jaar lang verhuren aan
beroepsmilitairen. Niet duidelijk is welke bouwheren op dit aanbod ingingen. Wel
deden dit de aannemers M.P. van Wettum en Van Asperen.
De eerste zogenoemde onderofficierswoningen kwamen in de Pijlstraat. De Gooi en Eemlander van 28 juni 1895
kwam met belangrijk nieuws.
‘Donderdag verschrikten velen in den omtrek der Pijlsteeg door een oorverdoovend geraas; men meende, dat weder een der bouwvallige woningen ingestort was. Bij onderzoek bleek echter, dat de aannemer W(ettum). een aldaar staand half afgebroken perceel, na het nemen van de noodige voorzorgen, in elkander had doen trekken, om ongelukken bij slooping te voorkomen. Thans zullen daarvoor in de plaats 5 nieuwe woningen gezet worden, waardoor gedeeltelijk in de behoefte aan goede woningen zal worden voldaan‘.
Uiteindelijk kwamen er vier woningen te staan op de plek waar voorheen een boerderij stond.
‘Donderdag verschrikten velen in den omtrek der Pijlsteeg door een oorverdoovend geraas; men meende, dat weder een der bouwvallige woningen ingestort was. Bij onderzoek bleek echter, dat de aannemer W(ettum). een aldaar staand half afgebroken perceel, na het nemen van de noodige voorzorgen, in elkander had doen trekken, om ongelukken bij slooping te voorkomen. Thans zullen daarvoor in de plaats 5 nieuwe woningen gezet worden, waardoor gedeeltelijk in de behoefte aan goede woningen zal worden voldaan‘.
Uiteindelijk kwamen er vier woningen te staan op de plek waar voorheen een boerderij stond.
Het aannemersbedrijf ‘Van Wettum’ bleef ook daarna bouwen
voor het ministerie. Na de koop, van de
boerderij Zwanenburg, bouwde dit bedrijf op een gedeelte van het erf zes woningen. Zij kwamen aan de St.
Annastraat en waren gelijksoortig aan de eerste vier. Vervolgens kwamen er woningen
voor beroepsmilitairen in de St. Vitusstraat. De
eerste steen werd gelegd door de acht-jarige Maria van Asperen, dochter van de aannemer. Het laatst
gebouwd werden de beneden- en bovenwoningen aan het
einde van de Bussummerstraat. Op de adres- en beroepenlijst uit 1915 staan 38
onderofficieren.De bovengenoemde huizen waren nog steeds door deze militairen en hun gezinnen
bewoond. Het aantal van 38 lijkt gering. De vrijgezelle onderofficieren woonden
echter op kamers in de kazerne.
Pijlstraat
Sint Annastraat
Sint Annastraat 44
Bussummerstraat ( 52)
Sint Vitusstraat
Sint Vitusstraat